Engels: cool of onnodig?
‘Tax Free Shoppen', ‘New Collection', ‘Men's Wear' en ‘Premium Reseller': een middagje winkelen in de stad behoeft bijna een woordenboek. Een doodnormaal woord als ‘uitverkoop' is al lang uit ons straatbeeld verdwenen en vervangen door een Engelse variant. Alhoewel mijn oma een paar jaar geleden steevast over ‘Sallee' sprak, kijkt nu niemand meer vreemd op van het woord ‘Sale'. Anno 2012 worden we continu geconfronteerd met Engelse taal in ons Nederlandse straatbeeld. Reden om me af te vragen: “Is er iets mis met de Nederlandse termen? Zijn die toevallig in de uitverkoop?”.
Juist in de reclamewereld maken we veelvuldig gebruik van de Engelse taal. Waarom? Klinkt het beter? Een rondje door de drogisterij zette me aan het denken. Wat is beter?
‘RIMMEL London, Get the London Look!'
of
‘RIMMEL London, Krijg een Londens uiterlijk!'?
‘Fa – feel-good freshness'
of
‘Fa, voel je goed door frisheid'?
‘Gilette Venus – Reveal the goddess in you'
of
‘Gilette Venus – Laat de godin in je los!'?
Zijn de kreten in het Engels wervender, of verbloemt de Engelse taal de ongeloofwaardige inhoud voor nuchtere Nederlanders?
Wat moeten we met al dat Engels?
Er zijn de afgelopen jaren steeds meer Engelse woorden in onze taal terechtgekomen. Dat valt niet te ontkennen. We zien de Engelse taal frequent gebruikt worden in allerlei beroepsgroepen: van het bedrijfsleven, de industrie, de zorg, tot de wetenschap en het onderwijs. Het is een doorn in het oog van taalpuristen. Het onderwerp is regelmatig in het nieuws. Zo ook deze week, waarin Engels woordgebruik van onderwijsambtenaren voor VVD-Kamerlid Elias zelfs een aanleiding vormde om vragen te stellen aan minister Van Bijsterveld (Onderwijs). Engelse woorden in officiële brieven en wetsvoorstellen geven volgens hem het verkeerde voorbeeld. Volgens de liberaal moeten ambtenaren van het ministerie alleen de Nederlandse taal gebruiken. Engelse woorden zoals ‘employability', ‘issues' en ‘descriptor' (woorden die door onze beroepsgroep nogal eens worden gebruikt) zijn volgens het kamerlid onzinnig en passen niet in de brieven van het ministerie: Elias: “Onze eigen taal heeft een mooi woord voor dit gedrag: ‘gewichtdoenerij'”. Zijn uitspraken geven me te denken.
Eén motief voor het gebruik van Engelse leenwoorden ligt voor de hand. Veel zaken en begrippen die uit het buitenland komen, nemen hun Engelse benaming mee.
Vooral via de internationaal georiënteerde werelden van het internet, de nieuwe media, de economie en de muziek hebben Engelse termen bij ons ingang gevonden. Denk maar eens aan woorden als ‘downloaden', ‘sms-en' en ‘gamen'.
Onnodig
Een vaak gehoorde klacht is dat de Engelse leenwoorden onnodig zijn, omdat er voor het geïmporteerde Engelse woord meestal wel iets goeds van Nederlandse bodem bestaat. Ga maar na: we hebben al het woord ‘streepjescode', dus wat moeten we dan nog met ‘barcode'? En waarom zouden we ‘single' of ‘happy single' gebruiken? Wat is er mis met ‘vrijgezel' of een ‘vrolijke vrijgezel'?
Imago
Het blijkt dat mensen geneigd zijn om Engelse woorden te gebruiken uit imago-overwegingen. Vooral in het populaire taalgebruik van jongeren is dit goed zichtbaar. Enkele voorbeelden: ‘cool', ‘relaxed', en ‘chill'. De media doen vrolijk mee aan deze verengelsing. Denk maar eens aan tv-programma's met Engelse titels: ‘Life for you', ‘So You Think You Can Dance' en als ironische klapper ‘The Voice of Holland'.
In Nederland is er een handvol organisaties die zich kant tegen onnodig gebruik van Engelse woorden. Een bekende is de ‘Stichting Nederlands', die een woordenlijst met Nederlandse alternatieven voor de Engelse leenwoorden heeft samengesteld. Hiermee wil de stichting bij taalgebruikers een bewustwording op gang brengen, of verder ontwikkelen, van de mogelijkheden die het Nederlands biedt. Het hóéft dus niet in het Engels! In het Nederlands bestaan er genoeg flitsende, nauwkeurige, grappige of pakkende woorden, slagzinnen en productnamen! Ik zelf ben ook trots op de Nederlandse taal en heb besloten om de komende maand alleen nog merken te kopen met Nederlandse slogans. Wie doet er met me mee?
Annemieke van Egmond – Communicatieadviseur BOOM