Geldgedreven
In het kwadrant linksboven komt het streven naar maatschappelijke betekenis voort uit marktmogelijkheden en daaraan gekoppelde winstkansen. Maatschappelijke betekenis als marketingtool: geldgedreven dus. Er is bereidheid om (grote) veranderingen in te zetten waar het gaat om processen, systemen, verdienmodellen en dergelijke; zolang die verandering maar tot (geldelijke) winst leidt. Het kunnen marktkansen zijn waarvoor de organisatie haar focus verlegt richting betekenis bieden, maar het kunnen ook vanuit de markt opgelegde bepalingen zijn. Zoals duurzaamheidseisen in aanbestedingen. Leveranciers die een dergelijke opdracht willen scoren, zullen zich hoe dan ook moeten aanpassen.
Procesgedreven
In het kwadrant linksonder zijn organisaties intrinsiek gemotiveerd om betekenisvol aan de slag te gaan, maar blijven zij hangen in het systeemdenken dat zulke investeringen uiteindelijk toch geld moeten opleveren. In dit segment bevinden zich organisaties die in wezen wel bereid zijn zich in te spannen, maar het spannend vinden hun verdienmodellen en beproefde werkwijzen drastisch aan te passen. Daarom voeren zij veranderingen door met hun bestaande aanpak en processen als uitgangspunt: procesgedreven. Ze focussen daarbij op wat zij zelf willen aanpassen of toevoegen aan hun werkwijze, zonder dat de markt hen daar expliciet toe beweegt of dwingt.
Ideologie-gedreven
Rechtsonder staan organisaties die vanuit eigen motieven de wereld willen verbeteren. Inside out denkend. Inspirerende ideologie-gedrevenorganisaties die volledig gaan voor de opdracht die zij zichzelf opleggen. Met het risico dat ze voor de muziek uit lopen en dat hun inspanningen door de buitenwereld mogelijk (nog) niet worden omarmd.
Impactgedreven
Rechtsboven bevinden zich bedrijven en instellingen die op zoek gaan naar de wezenlijke behoeften in de maatschappij, om daar vervolgens een oplossing voor te bieden. Outside in, gericht op een zo groot mogelijk effect: impactgedreven. In tegenstelling tot geld-gedreven organisaties, zoeken zij niet naar een gat in de markt, maar het gat in de maatschappij [2]. Weliswaar kijken zij daarbij met eenzelfde ‘zakelijke’ blik naar die betekeniseconomie, omdat ze willen inspelen op de behoeften die er extern leven.