Komen tot veranderbereidheid met het DINAMO-model
Draagvlak creëren voor veranderingen in organisaties
Binnen verandermanagement is het DINAMO-model een zogeheten evidence based methode om te komen tot veranderbereidheid binnen een organisatie. Het model bestaat uit veertien meetschalen die gebaseerd zijn op de drie aspecten uit de theory of planned behaviour van Ajzen.
DINAMO als diagnosemodel
Het model wordt als instrument gebruikt om de veranderbereidheid van de organisatie in kaart te brengen op basis van de facetten ‘moeten’, ‘willen’ en ‘kunnen’. Ook worden de verwachtingen getoetst rondom het eindresultaat van de verandering. De DINAMO-methode is opgezet door Metselaar, Cozijnsen en van Delft op basis van jarenlang praktijkonderzoek.

Het model bevat de volgende meetschalen:
Moeten:
- Interne druk.
- Externe druk.
Willen:
- Gevolgen voor het werk.
- Emoties die de verandering oproept.
- Meerwaarde voor de organisatie.
- Betrokkenheid bij het veranderproces.
Kunnen:
- Kennis en ervaring.
- Aansturing.
- Informatie.
- Verandervermogen.
- Beheersbaarheid.
- Timing.
- Complexiteit.
- Vertrouwen in leiderschap (later toegevoegd).
De toetsing op deze onderdelen brengt in kaart waar de knelpunten liggen, zodat de veranderstrategie en -aanpak daarop aangepast kunnen worden. Door DINAMO op deze wijze te gebruiken, wordt ingezet op het vergroten van de veranderbereidheid van de organisatie en het creëren van draagvlak voor de verandering.
In de praktijk
Omdat het model inzicht geeft in de knelpunten tijdens een verandertraject, is het zinvol om de meting in de eerste fase van het traject uit te voeren (tijdens de diagnosefase/onderzoeksfase). De uitkomsten kunnen namelijk behoorlijk van invloed zijn op de in te zetten veranderstrategie. De meting kan op verschillende manieren ingezet worden, bijvoorbeeld:
Integraal
De vragenlijst wordt dan uitgezet naar alle medewerkers én managers die onderdeel zijn van de verandering. Dat kan gaan om een volledige organisatie of een enkel team. In deze werkwijze worden medewerkers direct betrokken bij de verandering, waarmee meteen een dialoog op gang komt over de verandering. Deze aanpak past goed in een bottom-up benadering van een verandervraagstuk.
Op managementniveau
Bij deze aanpak wordt het model als – bijvoorbeeld – oefening ingevuld tijdens een managementsessie om de kaders van het verandervraagstuk scherp te stellen en te bepalen welke aspecten extra aandacht verdienen. Deze aanpak is minder gedegen, omdat er uitsluitend vanuit de perceptie van het management een beeld geschetst wordt. Deze aanpak past om die reden goed in een top-down benadering van een verandervraagstuk.